DAG 14 / maandag 1 december / met Alida Neslo (theater/spel) / Groep 1 en 2

Vandaag is mijn laatste dag op Santo Boma. Om mijn afscheid te vieren koop ik 50 zakjes zoutjes bij Ragnies Rotishop aan de Heiligenweg alvorens in de bus te stappen. Op de inrichting aangekomen blijkt, dat de verleden week donderdag door mij bestelde 50 flesjes frisdrank toch niet voorradig zijn. Er is geen kantinepersoneel om die alsnog te leveren. Na warrig overleg krijg ik het door mij vooruitbetaalde bedrag terug. Een bevriende vrouwelijke PA, die vaak dienst heeft op het JOG, is bereid met haar eigen auto naar een supermarkt te rijden om de frisdrank alsnog te bezorgen.

Alida Neslo arriveert met de taxi, na een drukke ochtend lesgeven op het IOL. We bespreken het programma van vandaag. Navraag wijst uit, dat ons verzoek om gebruik te mogen maken van de recreatiezaal vanwege personeelsgebrek wederom op losse schroeven staat. Het door mij ingediende verzoekschrift en de daarop officieel gegeven goedkeuring blijkt niet tot alle organisatieniveaus doorgedrongen te zijn. Alida en ik halen verhaal bij de Onderdirecteur, die ons uitermate hoffelijk ontvangt en de zaak met één telefoontje rechtzet.

De muziekgroep (groep 3) krijgt verlof om op de binnenplaats zelfstandig te werken aan de opdrachten van Liesbeth Peroti en Herman Snijders. Alida en ik begeven ons met groep 1 en 2 en een lading rekwisieten naar de recreatiezaal voor de tussentijdse presentatie van de ontwikkelingen van het theaterproject.

Pupil D. spreekt me aan en zegt, dat Groep 1 hun verleden week aangekondigde plan om de voorstelling helemaal om te gooien, heeft laten vallen. Dat lucht me op. Helaas kan meisje K., dat in Groep 1 Maria speelt, vanwege hospitaalbezoek niet aanwezig zijn. Meisje L. vervangt haar. Pupil F. is daardoor gedwongen wat matter tegenspel te bieden. Maar ondanks de handicap van het ontbreken van Maria laat Groep 1 een compact stuk zien, dat zijn kracht voornamelijk aan de beelden van de spelers op het toneel, de 'tableau vivants' en wat minder aan de dialogen zal ontlenen. Het stuk wordt met het Kerstlied afgesloten, waarbij de herinnering aan de choreografische aanwijzingen van dansdocent Edgar Fraenk nog eens flink moet worden opgehaald.

Groep 2 stelt zich op voor hun bijdrage. Omdat de voertaal van het stuk Sranantongo is blijft een groot deel van de gesproken tekst voor mij slecht verstaanbaar, maar aan de reacties uit het publiek en Alida is af te lezen dat de dialogen spits en levendig zijn. De kernspelers van Groep 2 staan steviger in hun rol, wellicht omdat de door hun gespeelde personages (kleine criminelen) beter aansluiten op hun persoonlijke verleden. De enkele correcties die ik nog geef hebben telkens betrekking op de positie van de spelers op het toneel. Vooral pupil F. spreekt (in zijn enthousiasme) onverbeterlijk met zijn rug naar het publiek. Het stuk van Groep 2 duurt, anders dan dat van Groep 1, lang. Groep 2 heeft meer tijd nodig om tot de boodschap (misdaad > berouw > vergiffenis) te komen. Maar juist dat maakt de combinatie van de twee uiteenlopende bijdragen zo geslaagd. Beiden groepen geven op volstrekt eigen, bij het karakter van de groepsleden passende wijze, vorm aan een Kerstboodschap van verzoening en hoop. We hebben samen heel wat in de grondverf kunnen zetten!

Nadat we de recreatiezaal hebben ontruimd en de rekwisieten hebben weggeborgen, begeven we ons met z'n allen naar de binnenplaats voor een afscheidswoord en het verdelen van de versnaperingen. Ik ben niet de enige van wie vandaag afscheid wordt genomen. Op 28 november overleed collega docent Edgar Fraenk, die de jongens danslessen gaf, na een kort ziekbed. De jongens staan ter nagedachtenis als één blok op en nemen een moment stilte in acht. Het maakt indruk om ze zo eensgezind te zien staan. Eén van hen zal nog een tekst schrijven die op de begrafenis zal worden voorgelezen.

De frisdrank en de zoutjes vinden hun weg naar de jongens, die tenslotte op 'kamer' worden gestuurd. Ik krijg een stevige hand van F., die ik met een brasa beantwoord. 'Onze' PA-bus is inmiddels vertrokken. Alida en ik pakken een taxi voor onze terugreis naar de stad.